Le Marche is voor het grote internationale publiek nog bijzonder onbekend als vakantiebestemming. De Italiaan zelf weet wel beter. Waarom ze hier zelf zo graag op vakantie gaan? Dat vertel ik je in dit artikel!
Landschap
Le Marche wordt vaak het ‘nieuwe’ Toscane genoemd. Wat mij betreft volledig onterecht, want het doet beide regio’s tekort om ze zo sterk met elkaar te vergelijken. Toch moet ik toegeven dat er veel overeenkomsten zijn. Allereerst het landschap. De karakteristieke Toscaanse heuvels? Die vind je in Le Marche dus ook. En ook de bergen en kust vind je in beide regio’s terug. En ook in Le Marche is het klimaat heerlijk, met een lange zomer en geweldig voor- en najaar.
In Le Marche vind je in het westen de Appenijnen en het nationaal park Monte Sibellini. Prachtige bergen, waaronder enkele van de hoogsten van Italië. Het is een erg mooi gebied om in te wandelen of mountainbiken bijvoorbeeld, maar ook met de auto kun je een heel eind komen. Bezoek bijvoorbeeld de Piano Grande, een gigantische hoogvlakte vol wilde bloemen en grazend vee. Of sta vroeg op om een van de meest indrukwekkende zonsopgangen te zien die je ooit zult meemaken. Een adembenemend uitzicht dat je niet snel zult vergeten.
Wanneer je afdaalt uit de bergen kom je terecht in het ruige heuvellandschap dat Le Marche kenmerkt. Nét een tikje stoerder dan het landschap in Toscane voor mijn gevoel. Misschien komt dat wel omdat Le Marche echt een landbouw gebied is. De heuvels staan beplant met gewassen of liggen braak, hierdoor is de ruwe vorm van het heuvellandschap goed te zien. In Toscane vind je daarentegen ook veel bossen, welke het uitzicht wat verzachten. Ook is het hier allemaal nog lekker authentiek, geen nette grasmatten waar geen sprietje te lang is, maar veel meer het landschap zoals het er eeuwen geleden ook uitzag. En minder toeristen. Véél minder.
Voor je het weet ben je aangekomen bij de kustlijn, welke maar liefst 170 km lang is. De kustlijn bestaat afwisselend uit ruwe rotspartijen, zandstranden en kiezelstranden. Ook hier dus weer die kenmerkende ruigheid. Monte Conero is bijvoorbeeld zo’n rotspartij aan de kust en deze is het bezoeken zeker waard. Niet alleen vanwege het prachtige strand dat er naast ligt en de wandelingen met geweldige uitzichten op de Conero, maar ook omdat hier ‘Rosso Conero’ wordt gemaakt. Fantastische rode wijn die je echt geproefd moet hebben. Dat brengt mij gelijk naar het volgende onderwerp, culinair, maar niet voordat ik nog enkele foto’s laat zien zodat je zelf een beeld kunt vormen van het landschap.
Culinair
Misschien wel het leukste aan Le Marche is dat de regio voornamelijk door de lokale bevolking wordt bezocht. Dit betekent heel goed eten voor een hele leuke prijs. Daar komt bovenop dat de ingrediënten hier nog echt uit de regio zelf komen en vaak worden gemaakt volgens recepten die al generaties lang in dezelfde familie zijn. Kortom: je hebt hier de echte ervaring van de Italiaanse keuken. De meeste restaurant bevinden zich dan ook nog eens in prachtige historische gebouwen, wat de beleving echt compleet maakt.
Doordat de ingrediënten allemaal zo lokaal zijn, heb je vaak te maken met een wisselende en specifieke menukaart. Meer in het binnenland zul je bijvoorbeeld nauwelijks vis op de kaart vinden, aan de kust des te meer. Daarvoor in de plaats krijg je erg leuke lokale specialiteiten terug. Zoals de Olive all’Ascolana, grote olijven gevuld met vlees en daarna gefrituurd, of de vincisgrassi: een gelaagd pastagerecht met rijke ragù en béchamel (simpel gezegd een soort lasagne maar dan veel rijker en romiger).
Iets anders leuks: hoewel Piemonte erom bekend staat is Le Marche de regio waar de meeste truffels te vinden zijn. Hierdoor zijn er veel truffel specialiteiten te vinden in de regio. Om echt zoveel mogelijk van de verscheidenheid aan smaken te proeven raad ik van harte aan om in Le Marche de antipasta della casa te bestellen bij elk bezoek aan een restaurant. Hier proef je namelijk de meest wisselende (lees: verse) ingrediënten van het seizoen terug, evenals de specialiteit van het restaurant.
Wat mist er nog in dit culinaire plaatje? De vino natuurlijk! Ook daar geldt weer: de Italianen kennen het wel, alleen wij nog niet. In Le Marche wordt vooral gebruik gemaakt van de oorspronkelijke druivensoorten uit de regio, zoals de passerina, ribona, verdicchio en pecorino voor witte wijnen en montepulciano en sangiovese voor rood. De witte wijnen uit Le Marche zijn vaak fris en elegant, van eenvoudig verfrissend tot complex en vol. Deze wijnen zijn vaak ook erg goed te combineren met de Italiaanse keuken. Dit geldt overigens ook voor de rode wijnen. Deze zijn vaak wat steviger, al zijn er ook fruitigere rode wijnen te vinden. Deze zijn vaak ook heel lekker om licht gekoeld te drinken in de zomer.
Cultuur
Cultuur vindt je in Le Marche overal om je heen. Je waant je écht in Italië. Dat klinkt misschien vreemd, maar je snapt wat ik bedoel zodra je er bent geweest. Doordat buitenlands toerisme in de regio nog minimaal is, ervaar je echt een stukje Italië dat je bijna nergens anders meer vindt. Je ervaart hier ook de Italiaanse gastvrijheid zoals nergens anders. Probeer in gebrekkig Italiaans te bestellen in een restaurant (in het Engels kom je op de meeste plekken nergens) en voor je het weet staat je tafel vol met gratis hapjes en drankjes omdat ze het zo leuk vinden dat je als toerist besluit hier naartoe te komen. Je krijgt hier als het ware een kijkje achter de schermen in het Italiaanse bestaan en dat is gewoon heel bijzonder. Dat alleen maakt al dat je deze regio ervaart als heel rijk aan cultuur.
Maar er is meer. Zo kun je overal de rijke geschiedenis van Le Marche als belangrijke landbouwregio terugzien. Bovenaan elk heuveltje stond vroeger een fort, zodat een rijke familie hun gewassen kon verdedigden. Je wilde er immers ook in de winter comfortabel bij zitten. Die forten zijn over de eeuwen uitgegroeid tot dorpjes. Maar in bijna al deze dorpjes vind je de imposante vestigingsmuren nog heel duidelijk terug. Je loopt echt dwars door de middeleeuwse geschiedenis die deze regio zo heeft gevormd.
Mocht dat niet genoeg cultuur zijn, dan heeft Le Marche ook nog eens de hoogste dichtheid aan musea, theaters, kunstcollecties, kastelen en monumenten van heel Italië! En op het gebied van godsdienst is er ook een hoop te ontdekken. Zo is Loreto een belangrijk Katholiek bedevaartsoort vanwege de Basilica della Casa Santa (Basiliek van het Heilige Huis), waar Maria volgens de overlevering geboren is en gewoond heeft. Naast de Basilica della Casa Santa zijn er nog duizenden andere kerken, waarvan zo’n tweehonderd nog in vroeg Romaanse stijl.
Ik kan uiteindelijk maar tot één conclusie komen in dit artikel. Le Marche is een prachtige, ongerepte regio die het bezoeken meer dan waard is. Of je nu op zoek bent naar het prachtige Italiaanse landschap, de rijke cultuur en historie of de heerlijke Italiaanse keuken: in Le Marche zit je goed. En dat allemaal zonder veel toeristen, dus midden tussen de lokale bevolking. Waar wacht je nog op?